Inhoudsopgave

Geachte gasten/opvarenden,

Geachte gasten/opvarenden, Dit handboek is samengesteld om u te helpen bij het veilig en met plezier gebruiken van uw vaartuig. Het bevat bijzonderheden van het vaartuig als geheel, maar ook gegevens over de diverse installaties en meegeleverde uitrustingstukken.

Tevens worden aanwijzingen gegeven over het gebruik en de diverse onderdelen.
Wij bevelen u aan deze handleiding zorgvuldig door te lezen en u vertrouwd te maken met het vaartuig voordat u het in gebruik neemt.

Bewaar dit handboek bij de overige kaarten en gebruik dit als naslagwerk bij eventuele vragen.

Categorie:
Het vaartuig is ontworpen voor categorie B, hetgeen betekent dat het schip ontworpen is voor- en te gebruiken is in groot binnenwater en beschut getijdenwater tot een mogelijke windkracht 6 Beaufort.

Maximaal aantal personen: 12
Binnen is roken niet toegestaan.

Om redenen van veiligheid is het gewicht aan lading en personen aan een maximum gebonden van 800 kg. Waarvan uitgegaan is van een gemiddeld persoonsgewicht van 75 kg, met per persoon 25 kg aan voorraden en proviand. 


Afmeting en gewicht

Lengte romp 14,94 m
Lengte over alles (met omhoog getopte kluiverboom) 13 m
Breedte over alles 4,62 m
Diepgang 1 m
Doorvaarthoogte met mast 21 m
Stahoogte Tot 1,90 m
Waterverplaatsing circa 13 ton (inclusief bemanning en volle tanks)?

Motorgegevens

Type Ford Diesel 80 pk
Vermogen 85 kw (116 pk)??
Cilinders 4??
Brandstof Diesel??
Toerental max. 2500 U/min. Toerental standaard 1600 U/min??
Brandstofverbruik Ca. 3,5 ltr/uur??

Tankinhouden

Brandstoftank 750 liter (GTL diesel)
Watertank 1500 liter 
Gastank (propaangas) 2 x 3 kg ?
Vuilwatertank Geen

Boordnet

Accusysteem 2-voudig gescheiden accusysteem
Verlichting 400 Ah in machinekamer??
Start 70 Ah in machinekamer??
Boordspanning 12 Volt en 220 Volt
Walspanning 220 Volt
Zekering wal Automatisch 16 Amp

Schakelaars en zekeringen

Tegen de wand aan stuurboord, bij de kaartentafel vindt u het bedieningspaneel met diverse schakelaars, de bediening voor het 220 aggregaat, verwarming, plotter en marifoon. Alles overzichtelijk bij elkaar en duidelijk beschreven.


Motor starten

Het motorpaneel bevindt zich boven de bank in de kuip. Gebruik de motor alleen wanneer het schip vrij drijft in voldoende water. Alvorens de motor te belasten, laat u deze eerst even 5 minuten op temperatuur komen.

1:  Kijk of de morsebediening verticaal in zijn neutraal staat. 

2: Steek de sleutel in het startslot en draai rechtsom op contact, er is een piep te horen.

 3: Wacht tot deze piep stopt en draai de sleutel verder om te starten.

4:  Zodra de motor loopt, de sleutel los laten.

5. Loopt de motor, dan gaan de lampjes en piepjes uit.

Lukt het starten niet in een keer, wacht dan tot de motor geheel stilstaat en laat langer dan 20 seconden lopen, omdat er anders schade aan de startmotor kan ontstaan. Start de motor nu opnieuw.

Indien nodig bij een koude start, kunt u een beetje extra gas geven. De knop onder de morse hendel uittrekken terwijl u de hendel iets draait. Zo geeft u wat gas zonder de koppeling te activeren. Daarna kunt u weer starten. Wanneer u de hendel weer in neutraal zet, veert de onderbrekening automatisch terug en kunt u dus weer normaal schakelen. 

Indien tijdens het lopen van de motor, u sterke trillingen of geluiden hoort, zet dan direct de motor stop om grote schade aan de motor te voorkomen. 

Indien tijdens het lopen van de motor, u sterke trillingen of geluiden hoort, of een van de waarschuwingslampjes gaan branden, zet dan direct de motor stop om grote schade aan de motor te voorkomen! Neem daarna direct contact op met Sailcharter Friesland!


Stoppen motor

De morsebediening in positie neutraal, op de stopknop drukken totdat deze is gestopt sleutel naar links draaien en uit het contactslot nemen.

De motor schakelt automatisch uit bij langdurig gebruik. Het duurt dan enige tijd voordat u de boegschroef weer kunt gebruiken. Daarom kunt u de boegschroef alleen bij het aan en afmeren of tijdens het manoeuvreren gebruiken. Ook dan de motor niet langdurig gebruiken alleen stootsgewijs proberen het schip te sturen. 


Varen op de motor

Vaar rustig om schade aan de motor en oevers te voorkomen.

Alvorens de motor te belasten, laat u deze eerst even 5 minuten op temperatuur komen. Dat is belangrijk omdat nog koude olie in de motor te dik is om goed zijn werk te doen. Dan is het belasten van de motor schadelijk. Laat u dus de motor stationair warmdraaien, of vaart u rustig weg. Zie ook de temperatuur op het motorpaneel. (max. 90°C).
Door middel van de bedieningshendel bedient u de koppeling op de motor en geeft u tegelijk gas. Recht omhoog is neutraal, naar voren is vooruit en naar achteren is achteruit. Naarmate u de hendel dan verder draait, geeft u meer gas. 

Wilt u stoppen of achteruit varen, zet dan eerst de morsebediening in de neutrale stand, wacht een paar seconden druk dan de handel naar achteren.

Achteruit varen: de krachten op het roer zijn groot. Hierbij het stuurwiel niet loslaten.


Motoronderhoud

Aan het begin van uw reis en eenmaal per week even olie peilen is voldoende.

De wierbak moet altijd schoon zijn, dit is makkelijk vanaf boven te zien. Bij reinigen eerst de afluiter dicht en dan de kesel losdraaien en de zeef schoonmaken. Water vullen tot de rand, dicht schroeven en de afsluiter weer openen.

De wierbak motor

foto

De wierbak van de generator

foto

Aan de stuurboord kant van de motor, onderaan, is de hoofdschakelaar van de motor. Op onderstaande foto is de uit stand te zien. Tijdens uw verblijf kan de schakelaar aan blijven.

foto

 


Schroefas

Smeren van het schroefas

U opent het luik achter, hier zit een vetkanon gemonteerd. Elke dag nadat u heeft gemeerd, een paar keer draaien (met de klok mee) om de schroefas te smeren.

 


Grootzeil

Het groot zeil wordt gehesen met twee vallen. De Luije Man heeft hydraulische lier aandrijving, te bedienen met de voet drukknoppen op het dek. De grootzeil lier aan bakboord heeft drie trommels, de bovenste is de piekaval, degene daaronder de klauwval. Wees er voorzichtig mee, de krachten zijn groot. Hijs niet meer dan nodig! Zeil strijken gaat ook met de lier via de knop neer, dit duurt even.

1: Maak de grootschoot en de lijzijde bakstag los in de kuip. 

2: Maak alle zeilbanden los en berg deze in de kuipbank.

3: Controleer of u een rif wilt steken en of de halstalie los is.

4: Hijs nu het zeil met de klauwval en de piekeval er achteraan. U hijst de klauwval zover dat de onderkant van het zeil zo'n 50 cm boven de giek komt.

5: De halstalie vastmaken en indien nodig doorzetten.

6: Vier hierna de kraanlijn, zodat de giek in het zeil hangt en de kraanlijn niet meer zichtbaar is in de bolling van het zeil.

 

Het strijken gebeurt als volgt:

1. Trek de kraanlijn aan.

2. Vaar hoog aan de wind op de motor en vier de schoot.

3. Trommels in koppelen en met de neerknop (rood) het zeil gecontroleerd laten zakken.

4. Bind samen met de zeilbanden (niet de giek mee binden, alleen zeil + gaffel)

5. Tot slot hijst u de gaffel met de piekeval met de zeilrol tot een mooie bocht waar u vrij onderdoor kunt kijken.


Fok

De fok is een normale fok, zoals op iedere jacht voor komt, met leuvers aan het voorstag. Wordt gehesen met stuurboord zeillier, ook de kluiver, zit op de lier.

Fok hijsen

Fok uitrollen over een schoon voordek, schoten bevestigen, lijschoot beleggen, dan fok hijsen met de val en zeillier naast de mast. Denk eraan dat de fok niet te strak gehesen wordt met deze zeillier, vel aan de val en het voorlijk of hij strak genoeg hesen is. Schoot aantrekken. 

Fok strijken

Fier langzaam de fokkeschoot. Lier: Trommel inkoppelen, de neer knop (rood) indrukken, dan komt de fok naar beneden, dan de fok opbinden. 


Zeilen reven

Reven van de zeilen doen we altijd in de haven voordat we uitvaren. Reef tijdig om onnodige risico’s te voorkomen en de druk op het helmhout te verkleinen. U vaart zo prettiger.

Windkracht 3 Ongereefd 
Windkracht 4 Eerste rif in het grootzeil
Windkracht 5 Dubbel gereefd grootzeil, gereefde fok
Windkracht 6 Alleen gereefde fok en eventueel motor erbij
Windkracht 7 Niet meer varen

 


Grootzeil reven

1:  Hang de giek in de dirk.

2: Aan de wind varen en vier de schoot, zodat er geen druk meer in het zeil staat.

3: Vier de val en trek het voorlijk naar beneden totdat het gewenste reefoog ter hoogte van de giek hangt.

4: Haak de halstalie uit het onderste oog, breng deze naar het gewenste reefoog en haak de halstalie daar weer in.

5: Trek de smeerreeplijn van reef 1 of reef 2 aan en beleg de lijn op de klamp op de giek. 

6: De rest van het zeil wat nu naast in de lazybag ligt, wordt met behulp van de reefknuttels in het zeil samengebonden. Het wordt echter niet om de giek gebonden. Het onderlijk blijft dus los van de giek.

7: Zet vervolgens het zeil met de val weer omhoog en zet de halstalie door.

8: Vier de kraanlijn en vaar verder.

Voordat u gaat varen kunt u het beste altijd de weersvoorspellingen raadplegen. Onderweg reven is niet zonder gevaar en daarom niet toegestaan onder slechte weersomstandigheden.  

Vaak worden er fouten gemaakt tijdens dit reven onderweg wat schade aan de tuigage niet uitsluit. Mocht u overvallen worden door het weer haal dan het grootzeil weg en vaar verder op de fok eventueel ondersteund op de motor. 


Loefgierigheid

Als het schip loefgierig is, dan moet de drukbalans op het schip meer naar voren worden geschoven.

Dan helpt:
1.) Het schuin achterwaarts steken van het zwaard.
2.) Kluiver erbij zetten (tot maximaal windkracht 4).
3.) Een rif in het grootzeil.
4.) Het te loevert zetten van de fok als met achterlijke wind wordt gezeild.
5.) Met achterlijke wind kunt u ook het grootzeil helemaal weghalen of katten.

Het schip hoort zichzelf te zeilen en mag heel licht loefgierig zijn. Beslist zonder kracht op de helmstok, want dan is de balans niet goed.

Lijgierig is uit den boze, merkt u dat het schip uit zichzelf zou willen afvallen (risico op klapgijp) dan moet de balans natuurlijk worden aangepast, tegenovergesteld aan de bovenstaande stappen. Dus zwaard iets omhoog, kluiver weghalen, rif uit grootzeil halen.


Zwaardvoering

De zijzwaarden zorgen ervoor dat het schip niet te veel verlijert wanneer men zeilt. Het lijzwaard is naar beneden en het loefzwaard is omhoog.

De overstagmanoeuvre voert men als volgt uit:

  1. Men vaart aan de wind, kijk waar u ongeveer uit zult komen (dwarspeiling).
  2. Vier de fokkenschoot een halve meter.
  3. Men draait op in de wind.
  4. Gelijktijdig wisselt u de bakstagen: eerst de nieuwe loefkant aan en dan de oude los.
  5. Als de giek midscheeps is, laat men het nieuwe lijzwaard zakken door de zwaardtalie te vieren. ( in één keer laten vallen!!! ).
  6. De fok en eventueel kluiver over laten komen en schoten op de lier vastzetten.
  7. Vervolgens alleen het loefzwaard nog omhoog draaien en tot slot de zeilen + bakstag trimmen (pas op dat de zwaardval niet van katrol loopt).

Het zwaard niet te laat omhoog halen en weg laten zweven na overstag manoever om beschadigingen aan zwaard of potdeksel te voorkomen!
De zwaarden staan in de aan-de-windse koers ongeveer in een hoek van 45 tot 60 graden met de strijkklamp. Met halve wind staan de zwaarden nog een klein beetje in het water en met ruime of voor de wind staan ze beiden omhoog.
U kunt met de stand van de zwaarden experimenteren om de optimale balans te vinden.

Let op de diepte van het water! 
Het schip zelf heeft slechts 1 meter diepgang, maar bij de aan-de-windse koers plus het schuin gaan van het schip, komen de zwaarden wel degelijk ruim onder het schip uit. De diepgang wordt dan al gauw 2 meter.

Vaart u dus op binnenwater en ondiepe plekken op het Wad met niet al te diep gestoken zwaarden! Loopt u aan de grond met de zwaarden, dan zal in een zachte ondergrond het schip ongewild draaien om het zwaard. Is de ondergrond hard, zoals zand van het IJsselmeer of op het wad, dan kan het zwaard breken of het schip kantelt over het zwaard en ligt op zijn kant.


Dieseltank

De tank is 200L en dat is goed voor ongeveer 200 uur?? motorvaren. Het vullen van de tank gebeurt in de vulpijp met een schroefdop. De dieseltank is volgetankt voor de afvaart en u vult de tank ook weer voor terugkomst.

Dieselolie schuimt! Stop dus met tanken als u aan het geluid hoort dat de tank bijna vol is zodat het niet overloopt. Houd voor alle zekerheid een doekje bij de hand.
De tank is vol bij de afvaart. U vult de tank ook weer bij voorafgaande aan terugkomst in onze haven. Dit doet u bij ‘De Liefde’ in Workum. Hier is GTL-diesel beschikbaar. Ook kunt u hier een lege gasfles wisselen. Of bij Jachthaven it Soal is dit ook mogelijk.

Wilt u onderweg tanken dan vraagt de eigenaar om (indien voorradig) GTL diesel te tanken in plaats van aardolie-diesel. Het is iets duurder maar ook veel beter voor milieu, motor, filters en rookt of stinkt niet.

Is GTL niet beschikbaar? Geen probleem. Ouderwetse diesel kan ook worden getankt.


Watertank

Er is normaal drinkwater uit de kraan aan boord. U hoeft dus niet met flessen Spa of pakken Bar-le-duc te sjouwen. Het vullen van de watertank gebeurt door de vulopening in het gangboord Bakboord ter hoogte van de zwaardkop.

Zoek in de jachthaven een waterslang, rol deze uit naar het schip en doe de kraan aan. De eerste minuut is het water nog warm (en dus gevaar van bacteriën) vanwege de slanglengte. Goed door laten spoelen dus en pas dan de slang in de tankopening hangen. De watertank is volgetankt voor de afvaart en u vult de tank ook weer bij terugkomst.

Het vullen van de watertank gebeurt door de vulopening in het gangboord bakboord ter hoogte van de zwaardknop.

De tankmeter is op het instrumentenpaneel bij de kaartentafel.
 

Drinkwater

In de keuken en in de toiletruimte/ douche is warm en koud stromend water aanwezig. het watersysteem wordt door een hydrofoor op druk gehouden. Warm water is via een boiler beschikbaar. De boiler bevat 40 liter en wordt door de motor verwarmd. Let op! temperatuur is zeer hoog, kan zomaar 80 graden zijn! De boiler zit aan bakboord in het motorruim en kan ook met de losliggende stekker op 230V worden aangesloten wanneer walstroom beschikbaar is. Dit is alleen handig wanneer u langer dan 2 dagen in een haven ligt en er dus geen motorwarmte meer beschikbaar is.


Toilet

Het elektrisch toilet is eenvoudig en probleemloos te bedienen.

De bediening heeft twee knoppen. Voor gebruik (kort spoelen) en voor na gebruik van het toilet (langer doorspoelen). Het toilet wordt doorgespoeld met buitenwater, dus bij droogvallen kunt u het toilet niet gebruiken.

A.U.B. geen tampons, maandverband, etc… in het toilet gooien anders raakt het toilet verstopt. 

Het is handig een emmer of afwasteil met water neer te zetten zodat u uw voeten meteen          even kunt schoonspoelen als u aan boord stapt na een wandeling. Denkt u aan de erecode voor wadvaarders? 


Accu

Met de walstroom aansluiting wordt de acculader automatisch ingeschakeld, indien de kop op het bedieningspaneel van de lader op ON staat voor permanent 230 volt onderweg.

Wees er zuinig mee, geen sterke verbruikers aansluiten, anders zou het boordnet overbelast kunnen worden.

De acculader/omvormer is onder het stuurboord luik van de machinekamer aan stuurboord gemonteerd.

Het schip is voorzien van gescheiden accu’s: een accu voor de motor en drie 13,6V tot ruim 14,5V gedurende het laden. Bij gebruik tijdens het zeilen/ankeren normaal tussen de 12V en 13V. Zakt de spanning beneden de 11,8V, dan moet u stroom bijladen. Dat kan op de motor en met walstroom in een haven. Snoer en aansluiting is in de BB bakskist achteraan.???


Er is een verloopstekker om bij een normaal stopcontact (bij de buurboot) aan te sluiten als er geen vrije plaats op de steiger meer is. Houdt u rekening met de beperkte zekeringen in jachthavens, u kunt geen te grote stroomverbruikers gebruiken.
Walstroom sluit u aan in de haven, aan de wal is meestal een blauwe stekker. Deze zit ook op de walstroomkabels van de boot. Er zijn twee kabels: een korte (5m) en een lange (15m). Er is een verlengkabel van 15 meter beschikbaar in de bakskist.


Navigatieinstrumenten

Op de stuurzuil bevindt zich het kompas, daaronder de plotter en aan stuurboord de morse hendel voor de motor. Ook bevindt zich hier de knop voor de schootlier en bediening stuurboord zwaard aan bakboord.
Aan bakboord: bedieningsknop, boegschroef en bediening bakboord zwaard. ????

De zwaard bedieningspanelen hebben drie knoppen van boven naar onder: op-neer-vrij (vrije val). ??

Kompas, plotter, windmeter, dieptemeter en snelheidsmeter zijn allen overzichtelijk bij elkaar.


Koelkast

Achterin de koelkast een draaiknop voor temperatuur instelling. 

fotos

De koelbox in het aanrechtblad heeft ook een regelknop.

fotos

 


Verwarming

De webasto verwarming bedieningspanelen: twee naast elkaar, de linker op ON, met de rechter op auto, dan is er na een tijdje ook warm water. Met de thermostaatknop kan de gewenste temepratuur ingesteld worden.

Uit: linker Webasto knop op OFF.

fotos

Onderaan de trap is een extra verwarming. Deze is te bedienen met de twee schakelaars elektrisch, dus alleen bij walstroom of met de generator. 


Ankeren

Op het voordek hangt het anker paraat naast de kluiverboom. Het anker is voorzien van een ketting en de neuringlijn. Er is een ankerlier aanwezig met elektrische bediening.   

Anker alleen in gebieden zonder veel scheepsverkeer. Anker niet in vaargeulen. Als u op het Wad wilt droogvallen, gooit u dan eerst het anker uit en wacht dan op laag water.            

Tandiwel uit zijn werk schuiven, pal los en door de rem los te draaien kan het anker vallen. Genoeg ketting steken! Anker op, lier in werk stellen, tandwiel er weer op, rem los en draaien tot het anker op zijn plek komt. Je kan ook het anker naar beneden draaien met de knoppen via de elektrische bediening. Het anker heeft kracht nodig om zich goed in te graven.

Anker op gaan:

Start de motor en laat deze warmdraaien. Start ook de generator. Ankerbal wegnemen. Zet de lier in juiste stand, rem los en draai de ketting in. Neem ook de neuringlijn langzaam in. Ook kunt u met de motor helpen, door langzaam naar het anker te varen. Wanneer het schip boven het anker is, houdt u ankerketting op spanning. Door de verticale trekkracht moet het anker zelf uitbreken. Eventueel helpt u door vooruit 'over het anker' te varen. Als het anker aan de ketting hangt en boven water komt, tilt u met de neuringlijn het anker naar de kluiverboom. Opruimen en klaar.


Lenspomp

In het schip in de machinekamer is een elektrische lenspomp aanwezig. Deze is te bedienen op het schakelpaneel bij de kaartentafel. Normaal is de motorkamer droog. In de BB bakskist is ook een handlenspomp.

Het kan natuurlijk gebeuren dat er een lekje in een slang komt of dat een afsluiter niet meer helemaal functioneert waardoor er wat water in de motorkamer kan lekken. Controleer daasrom dagelijks even de motorkamer en houdt deze droog, dan ziet u veranderingen en kunt u deze bespreken met Sailcharter Friesland.


Gasflessen

De gasinstallatie bestaat uit een koperen leidingnet. De gasflessen staan in de dwarsbank achter in de kuip. 

Vanwege veiligheid de aangesloten fles altijd dicht draaien als er geen gas gebruikt wordt. Dichtdraaien doet u door de afsluiter op de gasfles rechtsom te draaien.

Gas is voor rekening van de huurders. Mocht u onderweg een van de gasflessen leeg hebben, graag nieuw gas kopen. U ruilt in dat geval de lege fles voor een volle, verzegelde fles. Neem niet een zwaar beschadigde, roestige fles aan.
De schroefdraad van gasflessen is andersom dan normaal, gebruik bovendien om forceren te voorkomen nooit gereedschap maar alleen handkracht.

Gasfles wisselen:

  1. In de gasbun is één gasfles aangesloten en één gasfles staat vol op reserve..
  2. Draai eerst de hoofdkraan op de fles dicht.
  3. Hierna de moer bij de fles met de steeksleutel naar rechts losdraaien.
  4. Dan de regelaar en de drukmeter op de nieuwe gasfles aansluiten. (is linkse draad). 
  5. De moer naar links vast draaien. 
  6. Hierna de hoofdkraan op de fles opendraaien. 

LET OP: Bij het verwisselen van de gascilinders mag geen open vuur aanwezig zijn en mag niet worden gerookt!


Brandblussers

Er zijn drie brandblussers aanwezig, één in de onderste lade in de keuken, bij de EHBO box, één in de kast bij de mast, eigenaarshut (BB) en één in de eerste hut BB onder de wastafel. ???

Brandblussers zijn primair bedoeld om brand kort te onderdrukken zodat u veilig naar buiten te komen, niet om brand te blussen. Als iedereen veilig aan dek is, kan iemand met de overgebleven bluscapaciteit naar binnen.

Hoewel het handig is om de brand te doven (denk ook aan een paar putsen water, dat kan veel effectiever zijn dan een half lege brandblusser) is het eerste dat u moet doen bij brand, de marifoon pakken en hulp inroepen. Ook al denkt u het vuur zelf te lijf te kunnen, willen we graag dat de KNRM voor de zekerheid naar u komt, ze rukken liever 10x te vaak uit dan 1 maal te laat. Bovendien is het belangrijk dat iemand met medische kennis uw opvarenden nakijkt op zaken als rookinhalatie, shock en hart. Een brand aan boord is uiterst zeldzaam maar ook traumatisch.
Is het overbodig om u te vragen geen kaarsen, waxinelichten en dergelijke aan boord te gebruiken?


Drinkwater

In de keuken is warm en koud stromend water aanwezig. Het watersysteem wordt door een hydrofoor op druk gehouden.

Warm water is via een boiler beschikbaar. De boiler bevat 40 liter en wordt door de motor verwarmd. LET OP: temperatuur zeer hoog, kan zomaar 80 graden zijn! 
De boiler zit aan bakboord in het motorruim en kan ook met de losliggende stekker op 230V worden aangesloten wanneer walstroom beschikbaar is, maar dat is alleen handig wanneer u langer dan 2 dagen in een haven ligt en dus geen motorwarmte meer beschikbaar is. 
Wij hebben normaal de stekker los omdat het risico aanwezig is dat de zekering van de walstroom eruit gaat bij te grote elektriciteitsvraag. De stekker voor 230V dus altijd los tenzij het nodig is en niet in combinatie met andere grote verbruikers.

Vullen van de watertank
Een gezin van 5 personen gebruikt een tank water in ongeveer 3 dagen.


Kooktoestel

Het fornuis is elektrisch. Als er geen walstroom is en de generator uit is, werkt maar één kookplaat. Wilt u meer kookplaten en de oven gebruiken, moet de generator aan.

LET OP!! 
De thermische beveiliging sluit de gasstroom af als de vlam dooft. De veiligheid treedt echter niet direct in werking; er kan in de tussentijd toch een hoeveelheid gas ontsnappen. Zorg voor een verse luchtstroom door het schip om het ontsnapte gas te verwijderen. Zorg voor een goede ventilatie tijdens het gebruik van dit apparaat, gebruik dit apparaat niet voor de verwarming van de ruimte.


Verbanddoos

Indien u zaken uit de verbanddoos gebruikt, vult dit dan aan of geef het even aan ons door.

Het is voor ons ondoenlijk iedere week de verbanddoos te controleren op de inhoud. Het is erg vervelend indien u of onze volgende gast iets nodig heeft en het helaas niet aanwezig is.
Niet aanwezig maar wel een aanrader voor u om te overwegen zijn zeeziekte tabletten (primatour of een ander merk). Dit kunt u met uw apotheker of eventueel huisarts bespreken. Alleen al het gevoel dat u bent voorbereid, voorkomt het ontstaan van zeeziekte.


Binnenverlichting

In het schip zit op het plafond elektrische verlichting. Zorg ervoor dat als u niet aanwezig bent er geen licht blijft branden omdat anders de accu snel leeg is. Veel verlichting is intussen naar LED omgebouwd maar nog niet alles. 
U kan op de verlichtingsarmaturen de schakelaars bedienen.


Navigatieverlichting

Boven in de mast vindt u een gecombineerd ankerlicht en 3 kleuren licht.

Deze kunt u aanzetten met de schakelaars op het elektrapaneel (niet beide tegelijk natuurlijk).
Het is niet de bedoeling en volgens huurcontract niet toegestaan met driekleurenlicht of navigatieverlichting ’s nachts te varen. Deze verlichting gebruikt men als men met schemer een haven binnenloopt of als het zicht in een regenbui slechter wordt. Wanneer u twijfelt over het zicht? Wanneer u andere schepen of boeien met licht ziet, de vuurtorens aan gaan of u vindt dat het verstandig is dan is het dus tijd om de navigatieverlichting aan te zetten.
Voor anker of drooggevallen gebruikt u het ankerlicht.

Navigatieverlichting bij de boeg. Deze gebruikt u dus alleen bij het varen op de motor, dan ook het ankerlicht aan, want dat fungeert dan als je stoomlicht en tevens heklicht.

Motorvarend dus navigatieverlichting + ankerlicht. Driekleurenlicht alléén toegestaan met het zeilen zonder motor.


De Kuip

Het schip heeft een zelflozende kuip. Dit wil zeggen dat al het water dat op de kuipvloer komt, zal worden afgevoerd. Is dit niet het geval, controleer dan in de beide voorste hoeken of er geen vuil, zoals bladeren, voor de loospijpen zit.

Onder de vloer is de machinekamer. De kuip roosters moeten weggenomen worden, de middelste als eerste, dan zijn er twee luiken met gasveren zodat die makkelijk open gaan.

foto

WAARSCHUWING: 
Als de kuip te zwaar beladen is door personen of goederen, kan de kuipvloer onder water komen. De kuip kan het water dan niet meer lozen, maar zal zich dan juist vullen met water. Het is dan ook absoluut niet toegestaan met meer dan 10 personen in de kuip te zijn. Denk hieraan bij het uitnodigen van gasten!


Vaargedrag onder motor

Vooruit varen

Het schip is voorzien van een rechtsdraaiende schroef welke tijdens het vooruitvaren rechtsom draait en het hek lichtjes naar SB trekt. Dit merkt u op de motor varend door de lichte druk op het helmhout.

Achteruit varen

Achter uit varen is bij traditionele schepen moeilijk en vraagt gewenning. Er is namelijk geen drift- beperker (kiel) waardoor het schip snel uit zijn koers loopt.  

Wanneer u niet de zijkant 'laat zien' kan deze ook niet weggezet worden. Achteruit varen met de wind op het hek van het schip geeft dus het beste resultaat. Zo blijft u ook makkelijk stil liggen wanneer u moet wachten voor een brug of sluis. Even de wind op de kont geen veel rust aan boord.

Bedenk bij het achteruitvaren dat het roer minder goed werkt omdat het niet in de uitstroom van de schroef zit en er dus geen schroefwater tegenaan gedrukt wordt.

Wees er op bedacht dat het schip door zijn gewicht traag reageert op koerswijzigingen en zet deze dan ook tijdig in. Denkt u aan de boegschroef bij achteruit varen? Wees er op bedacht dat de druk op het roer groter wordt naarmate u een klein beetje snelheid achteruit begint te lopen. Het roer kan dan dubbel klappen, achteruit varen is daarom alleen voor ervaren schippers aan te raden. We vragen u om een schade en letsel te voorkomen. 

 

Keren 

Indien u in 1 keer rond kan komen, draai dan over bakboord. Kunt u niet in 1 keer rond komen en moet u een keer achteruitslaan? Draai dan over stuurboord. Dit aangezien tijdens het achteruitslaan het scheepshek dan naar bakboord getrokken wordt en dit helpt in de goede richting. Bij het keren kunt u goed gebruik maken van de krachtige motor en schroef welke het schip heeft. Begin bij het inzetten van de bocht met een lage aanvangssnelheid (stationair draaiende motor of stil liggen). Draai vervolgens het roer zo ver mogelijk naar de gewenste kant en geef daarna tot half vermogen gas bij. Hierdoor zal het scheepshek worden omgezet bij een lage scheepssnelheid. Neem tijdig gas terug zodat de snelheid van het schip niet oploopt. Hoe meer vaart, hoe groter de draaicirkel is. Een beheerste manoevre drasait het schip om haar as.

 

 


Boegschroef

De boegschroef bediening bevindt zich aan de bakboord kant tegen het stuurwerk, onder het kompas. Bovenste duwt het voorschip naar stuurboord, de onderste naar bakboord. Niet langer dan 10 seconden achtereen gebruiken.

Stroom

Let altijd op het stroom, dit is meestal sterker dan de wind omdat het water een vastere stof is en meer greep op het schip heeft. Let hier vooral op tijdens het manoevreren in getijdenwateren.

Wind 

Let altijd bij elke manoeuvre op de windrichting. Het is een hele goede boegschroef. Werk indien mogelijk met de wind mee en niet tegen de wind in. Draai indien mogelijk altijd met de kop door de wind. Hierdoor heet u een veel kleinere draai cirkel omdat als de kop door de wind is deze hierna vanzelf wordt omgedrukt. 

Houd bij het aanmeren altijd een losse stootwil bij de hand die iemand makkelijk en snel ergens tussen kan drukken. Gebruik niet uw handen en steek geen voeten tussen de wal en het schip. Door het gewicht en de snelheid van de boot kan dit ernstige letsel veroorzaken. Indien u op het voordek komt met ruw weer of op open water, lijn u zelf aan middels een harnas en veiligheidslijn. 

Duwen en trekken
Dit doet u natuurlijk niet met de hand, maar maak gebruik van springen, trossen en loeflijnen en ga hier met de motorkracht aan trekken. Een duwtje met de hand? De vaarboom kan hier uitkomst bieden om de kop even te helpen.
Houd bij het manoeuvreren altijd een losse stootwil bij de hand die iemand makkelijk en snel ergens tussen kan drukken. Gebruik niet uw handen en steek geen voeten tussen de wal en het schip. Door het gewicht en de snelheid van de boot kan dit ernstig letsel veroorzaken.


Slepen

Aan het schip en de techniek is alle mogelijke zorg besteed om de kans om gesleept te moeten worden zo klein mogelijk te houden.

Mocht het desondanks toch voorkomen, of wilt u een andere watersporter slepen, gebruik hiervoor dan de extra lijnen in de bakskist aan stuurboord.

Een schip slepen betekent grote krachten, Niet alle plekken aan boord zijn sterk genoeg. Daarom, als u zelf gesleept moet worden, gebruikt u de beide voorbolders. Niet met twee sleeplijnen tegelijk, niet met zwarte magie en ook niet per postduif, u gebruikt een spruit.
Dat doet u door op 6 à 7 m van het uiteinde een tweede kortere landvast vast te maken (mastworp met voorslag) die onder de kluiverboom door gaat. Bij het beginnen met slepen zet u die korte landvast op spanning zodat u de sleepkracht verdeeld over beide bolders.

Sleep nooit aan houten of plastic delen zoals kikkers, ook de mast is niet geschikt. Deze staat namelijk op het dek, niet erdoorheen. Vererger een situatie niet met mastbreuk.

Laat de sleeplijn nooit met een schok strak komen omdat de krachten dan vele malen groter zijn en delen het begeven, met alle gevolgen van dien, maar laat de sleeplijn langzaam vieren. Pas hierbij op voor handen en voeten welke in het touw verstrikt kunnen raken. In bochten stuurt het gesleepte schip daarom altijd de buitenbocht, nooit afsnijden want dan komt de sleeplijn slap te hangen.

Sleept u zelf een andere boot, let dan op de vlaggenstok en haal deze binnen. Een gebroken vlaggestok kost u uw volledige eigen risico dus let alstublieft op.
Houd ook in de gaten dat de sleeplijn niet in uw eigen schroef terecht komt en u zelf hulp nodig heeft. Ook dan gebruikt u een spruit om de druk over beide achter bolders te verdelen. In golfslag worden de krachten wellicht te groot, u verdeelt dan de druk over meerdere punten door vanaf de bolders ook lijnen naar de schootlieren stijf door te zetten.
In alle gevallen marifoon contact houden met het andere schip, havendiensten en de overige scheepvaart, een samenstel is kwetsbaar en zeer beperkt manoeuvreerbaar. 

Tot slot: als het nodig is gesleept te worden, probeer dan altijd eerst te bellen met het noodnummer van SailCharter Friesland voor overleg, de inzet van bergingsbedrijven kan erg kostbaar zijn en is niet door de verzekering gedekt dus gaat op kosten van de huurder !!
Gebruik de diensten van de KNRM,  zij slepen kosteloos! U kunt doneren.

Hou Sailcharter Friesland altijd op de hoogte als een sleep nodig is/was tijdens de tocht.


Algemene tips

Vaar veilig en verantwoord. Dan beleeft u het meeste plezier van het schip.

Zwemvesten

Deze zijn opgeborgen in de lade onder de zitbank voor de kaartentafel en in de kast in de voorste hut aan stuurboord. S.V.P. geen natte zwemvesten opbergen!

Regenkleding aan, dan ook een reddingsvest om! 

fotos

Let er op dat in slecht weer, luiken, kisten, patrijspoorten en ingangen gesloten moeten zijn om binnenkomend water tot een minimum te beperken. 

Vaar niet op maximum snelheid in drukke vaarwegen ( ca 1800 toeren ) of in slechte weers- en zeetoestanden met verminderd zicht, veel wind of grote golven. 

Verminder snelheid en golfslag uit beleefdheid en als een veiligheidsmaatregel voor uzelf en anderen. Houdt u aan de snelheidsbeperkingen en gebieden waar golfslag beperkt moet worden. 

Houdt u aan de vaarregels, binnenvaart politie reglement (BPR) afhankelijk van het vaargebied.  

Houdt u voldoende afstand om te kunnen stoppen of manoeuvreren om indien mogelijk aanvaringen te kunnen voorkomen. 

Indien mogelijk, aanleggen met de kop in de wind. Dit is ook geriefelijker, omdat men dan beschut zit in de kuip en er geen wind op het luik en het deurtje staat. 

Bij het wegvaren kunt u vaak het beste vooruit wegvaren, omdat het schip dan veel beter bestuurbaar is. Een handig middel bij het wegvaren is (zeker als men aan lager wal ligt) om iemand op het voordek het schip te laten afduwen met behulp van vaarboom. 

Platbodemschepen zijn zware schepen. De schepen reageren daardoor ook traag en liggen niet zo snel stil als een polyester schip. Platbodems zijn ook moeilijk af te houden. Let dus op handen en voeten en voer alle manoeuvres langzaam uit. Laat bij het afmeren ook iemand met een stootwil op het voordek staan. Deze stootwil kan dan snel ergens tussen gedrukt worden om beschadigingen te vermijden. 

Leg het schip niet vast aan de lieren die op de kuiprand staan en aan de dek railingen. 

Het is niet toegestaan de mast te strijken. 

Leg het schip in de sluis niet vast, maar houd de landvast in de hand en een keer om de bolder heen, zodat deze altijd nog snel gevierd kan worden. 

De schepen zijn voorzien van navigatieverlichting voor onvoorziene omstandigheden of voor het geval u met schemerig weer een haven binnen vaart. Het is niet de bedoeling dat u ’s nachts vaart, omdat er dan aanvaringen kunnen plaatsvinden met onverlichte boeien. 

Heeft u voldoende ervaring en wilt u verder dan IJsselmeer/Markermeer en Waddenzee, voorbij de zeegaten? Inclusief naar Engeland, Helgoland of Oostzee? Neem dan ruim van te voren contact op met Sailcharter Friesland zodat het schip op de juiste wijze verzekerd en uitgerust kan worden voor uw vakantie. We helpen u uiteraard graag!